de Jong & Smits Genealogie

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu

Veerdienst

Historie veerdienst Stavoren - Enkhuizen

Op 15 juli 1886 werd de veerdienst Stavoren - Enkhuizen geopend. Na 20 jaar onderhandelen was het eindelijk gelukt om van Noord-Holland naar Friesland heen en weer te reizen.
In 1885 werden de spoorlijnen tussen Enkhuizen-Amsterdam en Stavoren-Leeuwarden aangelegt. Toen de veerdienst daar bij kwam, kon men in ongeveer 4 uur van Leeuwarden naar Amsterdam reizen.
In 1885 kreeg de reder C. Bosman uit Alkmaar de opdracht om de veerdienst te ontwerpen, hij liet drie schepen bouwen, twee raderstoomboten voor passagiersvervoer, de Holland en de Friesland en een goederenschip, de Enkhuizen. Op de passagiersschepen konden 450 personen vervoerd worden, ze hadden een lengte van 56 meter en ze waren onderverdeeld in drie verschillende afdelingen voor eerste-, tweede- en derdeklas passagiers.
De eerste jaren kwam de veerdienst niet goed op gang en door mist en ijs konden de schepen vaak niet uitvaren, tot overmaat van ramp kwamen de Holland en de Friesland op 5 december 1888 met elkaar in aanvaring en de Friesland zonk bij dit ongeval. De Friesland werd tijdelijk vervangen door het raderstoomschip de Willem 3. In mei 1889 werd het nieuwe raderstoomschip de Groningen in gebruik genomen.
In 1896 werd de veerdienst overgenomen door de HSM, de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij en C. Bosman en zijn zoon W.C. Bosman werden benoemd tot directeuren van de veerdienst. Doordat de spoorwegen tussen Enkhuizen-Amsterdam en Stavoren – Leeuwarden ook in eigendom van de HSM waren kwam eindelijk het passagiers-en goederenvervoer goed op gang.

Het goederenvervoer
Voor het goederenvervoer werd in 1899 een nieuwe stoompont voorzien van rails in gebruik genomen waar men de goederenwagons door middel van een locomotief op kon duwen, op de stoompont konden 13 wagons geplaatst worden. Het goederenvervoer kwam zo goed op gang, in 1901 kwam er een tweede stoompont en in 1909 een derde. Tot 1916 bloeide het goederenvervoer, in 1916 werden meer dan 43000 wagons over de Zuiderzee vervoerd, de jaren daarna werdt het goederenvervoer steeds minder,o.a door de aanleg van de Afsluitdijk en deze dienst werd op 1 april 1936 opgeheven.

Het passagiersvervoer
Rond 1900 werden ongeveer 100.000 mensen over de Zuiderzee vervoerd en dit aantal nam in de loop der jaren verder toe. In de eerste wereldoorlog bleef de veerdienst gewoon varen en in 1914 werd besloten om de raderstoomschepen de Holland en de Groningen te vervangen door nieuwe schepen. In april 1915 werd het schroefstoomschip de R. van Hasselt (genoemd naar een van de directeuren van de HSM) aangeschaft. Dit schip was 64 meter lang en kon 2000 passagiers vervoeren. Een aantal maanden daarna kwam daar nog een bijna identiek schip bij, de C.Bosman (genoemd naar de eerste directeur van de veerdienst). In 1916 werden in totaal 340000 passagiers vervoerd.
In 1923 werd de vloot uitgebreid met het motorschip de W.F.van der Wijck (genoemd naar een van de directieleden van de HSM). Dit was het eerste motorschip van de vloot, het schip was 61 meter lang en was ruimer en luxer ingericht dan de twee andere schepen.
Begin jaren 30 werd de veerdienst echter met opheffing bedreigt vanwege de in aanbouw zijnde Afsluitdijk, het plan was om een spoorwegverbinding te maken van Harlingen naar Anna Paulowna. In 1920 werd begonnen met de aanleg van de Afsluitdijk en op 28 mei 1932 werd het laatste gat gedicht. De Zuiderzee werd IJsselmeer tot groot verdriet van de Zuiderzeevissers. Na een groot aantal protesten wordt afgezien van de spoorwegverbinding over de Afsluitdijk en blijft de veerdienst bestaan. Het passagiersaanbod bleef stabiel ondanks de busverbinding die ontstond over de Afsluitdijk.
In 1936 wordt de veerdienst overgenomen door Rederij Koppe uit Amsterdam, in 1938 blijkt dat de veerdienst met drie schepen financieel niet meer uit kan en Rederij Koppe ging met het stoomschip de R. Van Hasselt dagtochten maken op de Noordzee.

De Tweede Wereldoorlog
Op 12 mei 1940 bezetten de Duitse troepen Stavoren, de volgende dag wilden de Duitsers met het schip de C. Bosman oversteken naar Noordholland, een Nederlands oorlogsschip zorgt ervoor dat het schip zwaar beschadigd raakt en voorlopig niet uit kan varen. Verschillende personeelsleden, waaronder mijn grootvader Rinze Albertsma (stuurman op de Bosman) zijn enkele dagen ondergedoken geweest omdat ze niet voor de Duitsers wilden varen.
De schepen de R. Van Hasselt en de W.F. van der Wijck worden in Enkhuizen door de Nederlandse strijdkrachten tot zinken gebracht. De van der Wijck wordt echter door de Duitsers gevorderd en wordt omgedoopt in Wilkommen. Later in de oorlog worden de Bosman en de van Hasselt weer opgeknapt en varen regelmatig heen en weer tussen Stavoren en Enkhuizen ondanks veel luchtaanvallen. Op 18 september 1944 wordt er een spoorwegstaking afgekondigd en de Duiters nemen de Bosman en de van Hasselt mee, na de oorlog worden ze teruggevonden in Amsterdam. De van der Wijck wordt terug gevonden in een Duitse haven.

Na de oorlog
Na de tweede wereldoorlog worden alle drie de schepen weer ingezet op de veerdienst Enkhuizen-Stavoren en door o.a. de schaarste van benzine bloeit de veerdienst als nooit te voren. Deze opleving is echter maar tijdelijk en Rederij Koppe besluit dan ook om de van der Wijck dagtochten op de Noordzee te laten maken.
In 1950 was het aantal passagiers zo terug gelopen dat de rederij besloot om alleen de Bosman nog aan te houden op de veerdienst.
Een aantal jaren later besloot de reder ipv de dure Bosman, twee kleinere motorschepen op de veerdienst te zetten. De Bosman werd vervangen door het motorschip de IJsselstroom en de Waalstroom. Tot 1959 wordt de van Hasselt incidenteel nog ingezet in de zomermaanden.
De Bosman en de van der Wijck worden door de Rederij verkocht.
De IJsselstroom en de Waalstroom zijn niet zo luxe en stabiel als hun voorgangers en het passagiersaantal keldert dramatisch. De Nederlandse Spoorwegen, waar de veerdienst onder valt willen dan ook in 1962 van de veerdienst af. Een storm van protest breekt los in Noordholland maar vooral in de Zuidwesthoek van Friesland, men besluit dan later om alleen in de zomermaanden te varen als toeristische attractie.

Toeristische Attractie
In 1971 werdt Rederij Koppe opgeheven en de veerdienst overgenomen door Rederij Naco. De Waalstroom en de IJsselstroom worden vervangen door de schepen de Dr Ir F.Q den Hollander en de Bep Glasius. In 1973 wordt de vloot versterkt door het motorschip de Ied Glasius en het passagiersaantal neemt weer toe. In 1974 vervoeren de schepen meer dan 100000 passagiers, het aantal passagiers nam in de jaren daarna weer af en in 1980 wordt de veerdienst alleen onderhouden door de Bep Glasius tot aan de dag van vandaag.
Wat eens een bloeiende onderneming was, is nu een toeristische attractie waar jaarlijks ongeveer 50000 passagiers de overtocht maken van Stavoren naar Enkhuizen.


Home | Kwartierstaten | Parentelen | Fotoalbums | Stavoren | Veerdienst | Gastenboek | Email | Algemene Site Map
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu